HET ALFABET
A
Letter A
Hou je duim tegen de 2e vinger, dit om verwarring met object te voorkomen.
B
Letter B
Hou je vingers tegen elkaar en buig je duim langs je handpalm, zo lijkt het op een kleine b.
C
Letter C
Hou je vinger alsof je een beker vasthoudt. Richt de opening naar de ogen van de lezer.
D
Letter D
Strek je 2e vinger. Gebruik je duim om de 3e, 4e en 5e vinger naar beneden te houden.
DE CIJFERS
0
Cijfer 0
1
Cijfer 1
2
Cijfer 2
3
Cijfer 3
VEILIGHEIDSGEBAREN
Rust
Doe rustig
Hou beide handen op met de palmen naar beneden en spreid de vingers. Beweeg de handen langzaam naar beneden en dan twee keer omhoog. Maak het teken twee keer.
Ademen
Ademen
Hou beide handen met palmen naar je toe en hou je vingers gespreid, beweeg ze langzaam naar voren en achteren. Maak het teken twee keer.
Trimvest
Trimvest
1. Maak met je rechterhand het B gebaar;
2. Beweeg je hand van links naar rechts;
3. Maak daarna met je rechterhand het C gebaar.
Help
Help
1. Hou je rechterhand plat en plaats hier je linker objecthand op;
2. Duw met je rechterhand je linkerhand omhoog.
PLEZIERGEBAREN
Groen
Groen
1. Maak met je rechterhand het G gebaar en hou deze op schouderhoogte;
2. Draai je hand meerdere malen heen en weer.
Breken
Breken
1. Doe alsof je een pijl vasthoudt door beide handen in een S te houden, met je palmen naar beneden;
2. Draai je handen snel in tegenovergestelde richting.
Krab
Krab
1. Hou je onderarmen gekruist met je palmen naar elkaar toe met je hand in een platte O;
2. Doe je handen twee keer open en dicht.
Bodem
Bodem
1. Hou beide handen plat met de palm onder;
2. Beweeg je rechterhand in een cirkel onder je linkerhand.